Voor het algemeen belang werken en bezig zijn met duurzaamheid, dat is wat Lara Rodenburg wilde na haar master Environment and Resource Management. Ze solliciteerde bij het Nationaal Watertraineeship en… werd gevraagd of ze ook interesse had in het Nationaal Bodemtraineeship. Dat had ze zeker en sinds mei is Lara de eerste bodemtrainee bij het ministerie. Ze werkt mee aan het nationaal programma landbouwbodems en het actieprogramma klimaatadaptatie. “Nieuwe skills, bijvoorbeeld op het gebied van communicatie, komen meteen van pas”, vertelt ze.

Als we Lara spreken is ze ontzettend druk met de organisatie van de Nationale Bodemtop op 11 september in Rotterdam. Samen met een collega bepaalt ze wie er komen spreken en welke workshops er zijn. Lara vertelt zo enthousiast dat het bijna lijkt of ze dit werk al jaren doet. Maar het tegendeel is dus waar en een achtergrond als bodemdeskundige heeft ze ook niet. “Klopt”, lacht Lara. “Ik heb een brede duurzaamheidsopleiding gedaan, want ik wil sowieso iets bijdragen aan een duurzamere wereld. Daarnaast leek het me leuk om voor de overheid te werken. Vooral omdat je dan werkt voor het algemeen belang en niet voor het belang van één bedrijf. Hier bij het ministerie merk ik dat duurzaamheid echt prioriteit heeft. Onlangs is bijvoorbeeld de visie van het ministerie over kringlooplandbouw gepresenteerd. Die omslag moeten we maken voor 2030 en er moet nog veel veranderen.”

Balans werken-leren

Wat Lara met name aansprak in het traineeship is de combinatie van vier dagen werken en één dag trainingen volgen met medetrainees. “Er komen veel dingen aan bod die je op de universiteit niet leert”, vindt ze. “Ik ben bijvoorbeeld erg benieuwd naar de trainingen over vitaliteit en time management. Verder merk ik sinds de training over zelfleiderschap, dat ik mensen nu vaak ‘indeel’ naar de ‘personal color’ die ze waarschijnlijk hebben. Daardoor kan ik beter inschatten hoe ik het beste met hen kan samenwerken. Ook de communicatietrainingen en wat we geleerd hebben over beïnvloedingsstijlen vond ik interessant. Het is niet zo dat ik die technieken nu de hele tijd toepas, maar ik kan de theorie zeker gebruiken om me bijvoorbeeld voor te bereiden op een moeilijk gesprek.”

Nieuw fenomeen

Voor het ministerie is het fenomeen ‘bodemtrainee’ helemaal nieuw. “Collega’s gaan er eigenlijk automatisch vanuit dat ik rijkstrainee ben”, zegt Lara. “Ik probeer dan wel uit te leggen wat het verschil is. Zo heeft het Rijkstraineeship met name veel aandacht voor politiek bestuurlijke dingen, terwijl mijn traineeship nadrukkelijk gericht is op persoonlijke ontwikkeling. Verder zitten rijkstrainees zes tot negen maanden op één plek, terwijl ik hier zeker een jaar blijf. Collega’s vinden het leuk dat ik hier langere tijd werk en voor mij is het leerzaam. Ik leer bijvoorbeeld veel over het maken van beleid.”

Oefenen met je projectgroep

Tijdens het tweede kwartaal van haar traineeship werkt Lara op de vrijdagen met vier andere trainees aan een project bij de gemeente Westland. “Het strand in de gemeente moet schoner”, vertelt ze. “Om tot een goede aanpak te komen, wil de gemeente eerst weten wie waarvoor verantwoordelijk is. Je hebt namelijk ook te maken met het waterschap, Rijkswaterstaat en allerlei ondernemers. Wie wat doet is niet altijd helder. Mijn eigen uitdaging in projectgroepen zoals deze, is om ook vertrouwen te hebben in mijn eigen ideeën. Als ik iemand niet meteen meekrijg denk ik namelijk al snel dat anderen het beter weten. Als groep hebben we met onze coach gesproken over onze valkuilen. Er is dus ook ruimte om te oefenen met ander gedrag. Daar heb ik op mijn eigen werk ook meteen weer wat aan.”